• fixa·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord fixatie fixaties
verkleinwoord fixatietje fixatietjes

de fixatiev

  1. het fixeren, het vastzetten, het vasthechten
  2. een (overmatig) sterke belangstelling voor iets
  3. (psychologie) overmatig sterke binding aan een vroegere fase van de ontwikkeling (een bepaalde ervaring of persoon)
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]