oblaat
- oblaat
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oblaat | oblaten |
verkleinwoord |
- (religie) hostie, ouwel
- (religie) avondmaalsbrood
- (religie) lid van een katholieke kloosterorde of iemand die van plan is om daar lid van te worden
- ▸ De pater Oblaat sprak hun taal, schreef boeken over hun eeuwenoude tradities en cultuur en werkte zich op tot een gereputeerd en alom gerespecteerd innu-deskundige.[1]
- afgeplatte bol
1. hostie, ouwel
2. avondmaalsbrood
3. lid van een katholieke kloosterorde of iemand die van plan is om daar lid van te worden
- Het woord oblaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oblaat" herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Frans Boogaard“Belgische pater misbruikte tientallen vrouwen: 'Mijn oom was een monster'” (13-04-2018), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be