nikke
- nik·ke
- Afkomstig van het Middelnederduitse woord nicken, basisbetekenis 'op en neer bewegen'; verwant aan de Noorse werkwoorden nige ww en neie ww
Naar frequentie | 30531 |
---|
nikke
- onovergankelijk knikken (je hoofd snel en gemakkelijk beugen als een teken van toestemming of aanmoediging of als een groet)
- «Blomstene stod og nikket.»
- De bloemen stonden en knikten.
- «Blomstene stod og nikket.»
- overgankelijk, (voetbal) koppen
- «Jeg nikket ballen i mål.»
- Ik kopte de bal in het doel.
- «Jeg nikket ballen i mål.»
- onovergankelijk dutten, dommelen
- «Jeg var så trett at jeg satt og nikket.»
- Ik was zo moe dat ik zat te dutten.
- «Jeg var så trett at jeg satt og nikket.»
- [1]: nikke med ww
- [1]: nikke på ww
- [1]: nikke til ww
- [1]: nikkedokke ww
- [1]: nikkedukke ww
- [1]: nikke bekreftende
bevestigend knikken
- [1]: nikke farvel
afscheid knikken
- nik·ke
- Afkomstig van het Middelnederduitse woord nicken, basisbetekenis 'op en neer bewegen'; verwant aan de Nynorske werkwoorden nige ww en neie ww
nikke
- onovergankelijk knikken
- overgankelijk, (voetbal) koppen (je hoofd snel en gemakkelijk beugen als een teken van toestemming of aanmoediging of als een groet)
- «Eg nikka ballen i mål.»
- Ik kopte de bal in het goal.
- «Eg nikka ballen i mål.»
- onovergankelijk dutten, dommelen
- «Eg var så trøytt at eg sat og nikka.»
- Ik was zo moe dat ik zat te dutten.
- «Eg var så trøytt at eg sat og nikka.»
- [1]: nikkedokka ww
- [1]: nikkedokke ww
- [1]: nikke goddag
hello knikken
nikke
- gebiedende wijs van nikke