• hea·de
  • Afkomstig van het Engelse werkwoord  head ww , dat van het Engelse zelfstandige naamwoord  head zn  komt
Naar frequentie zeldzaam
vervoeging
onbepaalde wijs heade
tegenwoordige tijd header
verleden tijd heada
headet
voltooid
deelwoord
heada
headet
onvoltooid
deelwoord
headende
lijdende vorm heades
gebiedende wijs head
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

heade

  1. onovergankelijk, overgankelijk, (voetbal) koppen ("de bal raken met zijn hoofd")
    «Sju minutter før pause fikk Tore Aasvestad stå helt alene etter en corner og headet sikkert i mål.»
    Zeven minuten voor rust stond Tore Aasvestad na een corner helemaal alleen en kopte veilig het doel in.


  • hea·de
  • Afkomstig van het Engelse werkwoord  head ww , dat van het Engelse zelfstandige naamwoord  head zn  komt
vervoeging
onbepaalde wijs heade
heada
tegenwoordige tijd headar
verleden tijd heada
voltooid
deelwoord
heada
onvoltooid
deelwoord
headande
lijdende vorm headast
gebiedende wijs head
heada
heade
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

heade

  1. onovergankelijk, overgankelijk, (voetbal) koppen ("de bal raken met zijn hoofd")
    «Ein Årstad-spelar gjekk opp etter frispark, og heada i det lengste hjørnet.»
    Een speler van Årstad ging op na een vrije trap en kopte in de verre hoek.

heade

  1. gebiedende wijs van heade