head
head
- (anatomie) hoofd [1], bovenste lichaamsdeel
- (bedrijfskunde) hoofd [4], bestuurder, leidinggevende
head
- onovergankelijk ergens heen gaan, een reisdoel hebben, op weg gaan
- «At evening's end, the women packed up their babies and headed home.»[1]Aan het eind van de avond pakten de vrouwen hun babies in en gingen op weg naar huis.
- «At evening's end, the women packed up their babies and headed home.»[1]
- onovergankelijk, (plantkunde) kroppen [1], een krop [1] vormen
- ↑
Weblink bron
Jean Morgan Meaux“In Pursuit of Alaska An Anthology of Travelers' Tales, 1879-1909” (2013), University of Washington Press, ISBN 9780295804729, p. 198