• hea·da
Naar frequentie zeldzaam

heada

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van heade

heada

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van heade


  • hea·da

heada

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast heade, zie aldaar

heada

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van heada

heada

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van heada

heada

  1. gebiedende wijs van heada

heada

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van heade

heada

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van heade

heada

  1. gebiedende wijs van heade