• neo·ar·cheï·cum, neo·ar·che·icum
In veel afleidingen van αρχαιος (archaios) wordt de Griekse tweeklank αι (ai) gelatiniseerd tot ae in "archaeo-" en in het Nederlands wordt dit in de regel weer verkort tot e in "archeo-" als in "archeoloog". Omdat in "archaïcum" de i bewaard is, is dit echter hier niet aan de orde. Daarom is "neoarcheïcum" een minder juiste (pleonastische) afleiding. De Woordenlijst vermeldt alleen de vorm "archaïcum".
enkelvoud meervoud
naamwoord neoarcheïcum -
verkleinwoord - -

het neoarcheïcumo

  1. (geologie) geologisch tijdperk, vierde era van het archaïcum, van 2,8 tot 2,5 miljard jaar geleden
  • Vóór 2006 was de spelling Neoarcheïcum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.