napjesdragersfamilie

Nederlands

 
napje om vrucht
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • nap·jes·dra·gers·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord napjesdragersfamilie
verkleinwoord napjesdragersfamilietje napjesdragersfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de napjesdragersfamiliev

  1. (bloemplanten) een van de belangrijkste families Fagaceae   van bomen op het noordelijk halfrond. Kenmerkend is het napje (cupula), dat de vrucht beschermt. Bij kastanjes is het napje geëvolueerd tot een complete schil
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie