• na·klin·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
naklinken
klonk na
nageklonken
klasse 3 volledig

naklinken [1]

  1. onovergankelijk weergalmen
  2. (figuurlijk) lang over iets blijven nadenken
     Vooral de woorden over de eikenboom en de cipres bleven nog een lange tijd naklinken in mijn hoofd.[2]
94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be