nagalmen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·gal·men
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na en galmen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nagalmen |
galmde na |
nagegalmd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
nagalmen [1]
- onovergankelijk echoën
- (figuurlijk) blijven denken aan iets
- ▸ De woorden ‘stilte, stilte’ bleven maar in mijn hoofd nagalmen.[2]
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de nagalmen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord nagalm
Gangbaarheid
- Het woord nagalmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nagalmen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be