nabauwen
- na·bau·wen
- In de betekenis van ‘spottend napraten’ voor het eerst aangetroffen in 1647 [1]
- samenstelling van na bw en bauwen ww [2]
nabauwen [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nabauwen |
bauwde na |
nagebauwd |
zwak -d | volledig |
- (spottend) iemand napraten
- Den elfde lijkt geen catchphrases te bevatten die we nog een maand of zes met z’n allen zullen nabauwen. Humor is schaars en vaak subtiel. Soms zo subtiel dat hij verscholen zit in de montage. De allereerste keer dat we Yvonne (Eva Van der Gucht) te zien krijgen, helpt haar moeder haar in haar carnavalsjurk. Ze ligt op de grond en probeert zich kreunend in het ding te persen. Het volgende shot toont een zeug die aan het werpen is. (Ze zijn een rode draad, die varkens.)Vlamingen houden van fictie die gedrenkt is in Vlaamse klei. Dit keer staan we er tot onze knieën in. Toch benieuwd of het publiek 'Den elfde van den elfde' zal lusten. [4]
- Nabauwen. Kinderen kunnen het eindeloos, in een (meestal geslaagde) poging een ander daarmee gek te maken. Jonge volwassenen, pubers, doen het ook, maar met een ander doel. Eerder uit een soort klungeligheid. Omdat ze even niet weten wat ze anders moeten zeggen of omdat sommig frasen in de mode zijn en het dus heel belangrijk is dat je ze veel en vaak zegt. [5]
- Het woord nabauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nabauwen" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "nabauwen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ nabauwen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 04 JANUARI 2016 Valerie Droeven
- ↑ Volkskrant KARIN VERAART 7 april 2014
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be