stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mystificeren
mystificeerde
gemystificeerd
zwak -d volledig
  • mys·ti·fi·ce·ren

mystificeren

  1. iets geheimzinniger maken dan nodig is, waardoor mensen misleid kunnen worden
    • ‘Eigenlijk mystificeren we het leven te veel. En de dood niet minder. We leven niet eeuwig. Op een bepaald moment stopt het gewoon. Zorg ervoor dat het zo elegant mogelijk gebeurt. Dood maakt deel uit van het leven, toch?’[1] 
    • Hierdoor spreekt het Gordijn nauwelijks tot de verbeelding, ook al heeft de schrijver nog geprobeerd de dementie van zijn moeder te mystificeren tot een 'hoogst persoonlijke pelgrimstocht'; zij vertoeft ín het domein van haar dromen'en ze leeft ín een driedimensionale ruimte'(maar wie niet?).[2] 
94 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[3]
  1. de Standaard 19 AUGUSTUS 2017
  2. Volkskrant Bo van Houwelingen 4 november 2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be