ophelderen
- Geluid: ophelderen (hulp, bestand)
- op·hel·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ophelderen |
helderde op |
opgehelderd |
zwak -d | volledig |
ophelderen
- overgankelijk duidelijkheid scheppen in iets
- Het raadsel is eindelijk opgehelderd.
- ▸ Om daarna misschien een halve avond door te brengen in Norrâs met Vino Tinto in karaffen voor iets wat aan de telefoon in vijf minuten opgehelderd zou zijn.[1]
1. duidelijkheid scheppen in iets
- Het woord ophelderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ophelderen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be