• mo·ra·li·se·rend
vervoeging van: moraliseren
verbogen vorm: moraliserende

moraliserend

  1. onvoltooid deelwoord van moraliseren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen moraliserend moraliserender moraliserendst
verbogen moraliserende moraliserendere moraliserendste
partitief moraliserends moraliserenders -

moraliserend

  1. tegen anderen zeggend hoe ze zich moeten gedragen
    • De Russische vicepremier en voormalig ambassadeur bij de Navo Dmitri Rogozin kon de oproepen van Madonna niet waarderen. Op Twitter maakte hij Madonna uit voor 'moraliserende slet'. [1] 
    • Asscher hoopt het tij te keren met een normstellende, moraliserende agenda. [2]