Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mond·bo·dem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mondbodem mondbodems
verkleinwoord mondbodempje mondbodempjes

Zelfstandig naamwoord

de mondbodemm

  1. (anatomie) het onderste deel van de mond dat de mondholte afsluit, m.n. het gedeelte onder de tong
    • Zwelling van de mondbodem. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie