Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moe·ras·sig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van moeras met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen moerassig moerassiger moerassigst
verbogen moerassige moerassigere moerassigste
partitief moerassigs moerassigers -

Bijvoeglijk naamwoord

moerassig

  1. van de grond dat ze zo nat is dat er erin wegzakt als je er wilt lopen
    • Het moerassige gebied rond Bourtange was een goede bescherming van de Nederlanden. 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be