misjna
- misj·na
- Leenwoord uit het Hebreeuws, in de betekenis van ‘verzameling joodse wetten’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'herhaling' of 'leer' [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | misjna | misjnajot misjna's |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) één paragraaf uit de Misjna
- (Jiddisch-Hebreeuws) een exemplaar van de Misjna
- Jiddisj: misjne
- Het woord 'misjna' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.