Macht en verzet is daardoor vooral een roman over meelopers en verraders. Niet voor niets laat Trojanow de bejaarde Konstantin zich afvragen: ‘Verraad, hoe luidt je naam? Je adres, uit welk hout ben je gesneden? Ben je met pensioen? Ga je ooit met pensioen? Schrijf je je memoires? Hoeveel misbaksels heb je op de wereld gezet? Heb je ze geleerd alles en iedereen te verraden?’ [3]