mirabel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mi·ra·bel
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mirabel | mirabellen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) Prunus × syriaca een groep van pruimenrassen. Het taxon wordt ook wel als een ondersoort van de pruim opgevat (Prunus domestica subsp. syriaca) of als een kruising van de pruim met een onbekende andere oudersoort (Prunus × syriaca)
- (voeding) Prunus insititia gele of groen pruim en de boom waaraan deze pruim groeit
Synoniemen
Hyperoniemen
- prunus, rozenfamilie, zaadplanten, fabiden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord mirabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mirabel" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ mirabel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be