mirabel
  • mi·ra·bel
enkelvoud meervoud
naamwoord mirabel mirabellen
verkleinwoord

de mirabelv / m

  1. (bloemplanten) Prunus × syriaca   een groep van pruimenrassen. Het taxon wordt ook wel als een ondersoort van de pruim opgevat (Prunus domestica subsp. syriaca) of als een kruising van de pruim met een onbekende andere oudersoort (Prunus × syriaca)
  2. (voeding) Prunus insititia   gele of groen pruim en de boom waaraan deze pruim groeit
74 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]