• mest·vaalt
enkelvoud meervoud
naamwoord mestvaalt mestvaalten
verkleinwoord mestvaaltje mestvaaltjes

de mestvaaltv / m

  1. (landbouw) platte hoop waar men dierenpoep en andere organisch afval van de boerderij verzamelt
     Het aantal insecten was al dramatisch gedaald door het verbod op een open mestvaalt, door de toegenomen chemische insectenverdelging in de koeienstal en door het verharden van boerenerven.[2]
     Achter een heg liggen de mestvaalt, de mutsert (de bundels takkenbossen voor het bakhuis) en de bliksemkuil, waarin water werd opgevangen mocht er brand uitbreken. De daken van de boerderijen waren meestal van stro.[3]
     Welwater kon van behoorlijke kwaliteit zijn, maar was meestal vervuild door gier uit mestvaalten of huishoudelijk afval.[4]
  2. (figuurlijk) iets waar het niet prettig is zoals op een vuilnisbelt, iets waar een luchtje aan zit
     Het valt niet mee een wielerkoers te becommentariëren na de bittere winter waarin ijskonijn Armstrong terug in zijn holletje werd gedirigeerd. Na hem werd de een na de ander gedwongen in zijn ranzige spiegel te kijken. Wat te verdragen is als vermoeden, wordt ondraaglijk als de waarheid naakt op de keien ligt: het peloton als farmaceutische mestvaalt.[5]
  • [2] op de mestvaalt van de geschiedenis belanden
    een slechte herinnering nalaten
66 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Arjen Schreuder
    “Boerenerf is te schoon voor boerenzwaluw” (26 maart 2002) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Max Paumen
    “Boerderij anno 1900 nu als museum” (10 mei 1990) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    F.G. de Ruiter
    “'Een zeer onfrisse geschiedenis' over weerzinwekkendste aller vuil : Drek als mest bij teelt bloemkool en tabak” (25 februari 1987) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron
    Peter Winnen
    “Mestvaalt” (5 maart 2013) op nrc.nl  
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be