mestandzaagvis
- (IPA in voorbereiding)
- mes·tand·zaag·vis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mestandzaagvis | mestandzaagvissen |
verkleinwoord | mestandzaagvisje | mestandzaagvisjes |
de mestandzaagvis m
- (kraakbeenvissen) Anoxypristis cuspidata een zaagvis uit de familie Pristidae . De soort komt voor in de ondiepe, tropische wateren van de Indische Oceaan en Grote Oceaan op diepten tussen 0 en 40 meter. De soort kan 4,7 meter lang worden en is ovovivipaar (de eieren komen uit binnen het lichaam van het vrouwtje). Vrouwtjes worden pas zwanger als ze 246 tot 282 cm groot zijn
- zaagvissen, roggen, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'mestandzaagvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.