• (IPA in voorbereiding)
  • meer·fo·rel
enkelvoud meervoud
naamwoord meerforel meerforellen
verkleinwoord meerforelletje meerforelletjes

de meerforelv / m

  1. (straalvinnigen) Salmo trutta lacustris   een vis uit de familie zalmen (Salmonidae  ). Deze vis heeft nog twee verschillende vormen: de zeeforel (S. t. trutta) en de beekforel (S. t. lario). De meerforel wordt beschouwd als een zoetwatervorm van de forel (S. trutta). Uit onderzoek blijkt dat iedere forel zich, naargelang de omstandigheden, kan ontwikkelen tot ofwel een naar zee migrerende vorm (zeeforel), ofwel een vis die zijn hele leven in het zoete water verblijft (beekforel en meerforel). Het onderscheid in ondersoorten (S. trutta fario, S. trutta lacustris en S. trutta trutta) is daarom onjuist. In het Engels worden deze vormen (beek- en meerforel) 'brown trout' genoemd. Daarom komt de naam bruine forel regelmatig voor in slecht vertaalde publicaties over forel. Door slechte vertalingen kan ook verwarring optreden met de Noord-Amerikaanse "Lake trout" Salvelinus namaycush  , een zelfstandige soort met een groenige grondkleur en lichte vlekken