meerderwaardigheidsgevoel

  • meer·der·waar·dig·heids·ge·voel
enkelvoud meervoud
naamwoord meerderwaardigheidsgevoel (meerderwaardigheidsgevoelens) *
verkleinwoord - -

het meerderwaardigheidsgevoelo

  1. opvatting dat men boven anderen staat, terwijl dat niet echt zo is
    • In de literatuur wordt doorgaans de superioriteit van de westerse beschaving bevestigd. Het feit dat de zwarte geen geschreven traditie heeft, draagt beslist bij tot het meerderwaardigheidsgevoel van de blanke. De literatuur dient als propaganda-instrument - ook Leopold II was zich van de invloed ervan bewust - en schraagt daardoor het kolonisatieproces. [2]
  • Strikt genomen is "meerderwaardigheidsgevoelens" het meervoud van "meerderwaardigheidsgevoelen", maar dit gebruik is vergelijkbaar met "gevoelens" dat ook als meervoud van gevoel wordt gebruikt.