meerderwaardigheidsgevoel
- Geluid: meerderwaardigheidsgevoel (hulp, bestand)
- IPA: / ˌmerdərˈwardəxhɛitsxəˌvul / (7 lettergrepen)
- meer·der·waar·dig·heids·ge·voel
- (verkorting) van meerderwaardigheidsgevoelen, ook op te vatten als samenstelling van meerderwaardigheid zn en gevoel zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meerderwaardigheidsgevoel | (meerderwaardigheidsgevoelens) * |
verkleinwoord | - | - |
het meerderwaardigheidsgevoel o
- opvatting dat men boven anderen staat, terwijl dat niet echt zo is
- In de literatuur wordt doorgaans de superioriteit van de westerse beschaving bevestigd. Het feit dat de zwarte geen geschreven traditie heeft, draagt beslist bij tot het meerderwaardigheidsgevoel van de blanke. De literatuur dient als propaganda-instrument - ook Leopold II was zich van de invloed ervan bewust - en schraagt daardoor het kolonisatieproces. [2]
- meerderwaardigheidsgevoelen (minder gangbaar)
- meerwaardigheidsgevoel (minder gangbaar, maar verdient volgens sommigen de voorkeur)[3]
- superioriteitsgevoel
- Strikt genomen is "meerderwaardigheidsgevoelens" het meervoud van "meerderwaardigheidsgevoelen", maar dit gebruik is vergelijkbaar met "gevoelens" dat ook als meervoud van gevoel wordt gebruikt.
- Het woord meerderwaardigheidsgevoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Renders, L."8 Nikkerke en ikkerke: Nederlandstalig proza over Kongo" in:D'haen, T. (red.)Europa buitengaats. Koloniale en postkoloniale literaturen in Europese talen. deel 1 (2002) Bert Bakker, Amsterdam; ISBN 90 351 2480 4; p. 307; geraadpleegd 2019-08-20
- ↑ meerderwaardigheidsgevoel op website: VRTtaal.net; geraadpleegd 2019-08-20