beeltenis van de meelij hebbende en opwekkende Maria
  • mee·lij
enkelvoud meervoud
naamwoord meelij
verkleinwoord

het meelijo

  1. vorm van empathie, waarbij iemand meevoelt met het lijden van een ander
    • Maar ik leg hem wel uit dat je mensen bij wie in de Nieuwjaarsnacht een oog moet worden verwijderd en/of een paar vingers geamputeerd omdat ze heel dom met vuurwerk hebben gespeeld, keihard mag uitlachen. Meelij? Nee. Waarop de vrouw van de onderduiker zachtjes mompelt: „Die mensen moeten niet zoals jullie Heleen een seksdagboek gaan bijhouden. Want goede seks begint met een tedere knipoog en daarna zijn de vingers zeker zo belangrijk. Alleen dan krijg je vuurwerk.” [1] 
77 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC Youp van 't Hek 30 december 2016
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be