deernis
- deer·nis
- In de betekenis van ‘medelijden’ voor het eerst aangetroffen in 1327 [1]
- Naamwoord van handeling van deren met het achtervoegsel -nis [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deernis | deernissen |
verkleinwoord | - | - |
- diep medelijden
- Het woord deernis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deernis" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "deernis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ deernis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be