• ont·fer·ming
enkelvoud meervoud
naamwoord ontferming ontfermingen
verkleinwoord

de ontfermingv

  1. de handeling van het zorgen voor een kwetsbaar iemand; met name van god die de kwetsbare mens beschermt
     Een van zijn favorieten is het raam in de dorpskerk (d'Oale Grieze) dat de terugkeer uitbeeldt van de verloren zoon. "Dat verhaal is natuurlijk niet uniek maar het is ingrijpend. Vader zegt met dit beeld 'wat ben ik blij dat je terug bent'. Het gaat om ontferming, het mooiste woord in de Bijbel. Het is prachtig uitgebeeld door Jan Schoenaker, de kunstenaar uit Oldenzaal die onlangs is overleden. Hij heeft ook de ramen van de kerk in Saasveld gemaakt, die zijn heel bijzonder."[2]
     Bejaarden slaan is een onnatuurlijk verschijnsel. Normaal gesproken ontwaakt bij de jongere mens gevoelens van bescherming als die te maken heeft met de oudere medemens. Er is geen cultuur of samenleving die de bejaarde man of vrouw niet op een voetstuk plaatst. Tenzij we psychopaten zijn, kunnen kleine kinderen en bejaarden op onze ontferming en empathie rekenen.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Mariette Cellarius
    “Paul Janse en Jan Podt uit Hellendoorn maken Bijbels prentenboek” (07-12-2017), Tubantia
  3.   Weblink bron “Met geweld op bejaarden is brandhaard Nederland nabij” (21/09/2019), HP de Tijd