meegaand
- Geluid: meegaand (hulp, bestand)
- IPA: / meˈɣant / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /meˈχant/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /meˈɣant/
- mee·gaand
- afleiding van meegaan
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | meegaand | meegaander | meegaandst |
verbogen | meegaande | meegaandere | meegaandste |
partitief | meegaands | meegaanders | - |
meegaand [1]
- geneigd zijn om toe te geven
vervoeging van: | meegaan |
verbogen vorm: | meegaande |
meegaand
- Het woord meegaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meegaand" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Politiek wil opheldering van burgemeester Van Zanen over demonstratie Duindorp” (04-01-2021), NOS
- ↑ Weblink bron “SGP roept hulp Forum in tegen 'ruk naar links' in senaat” (18-05-2019), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be