mediocre
- me·di·o·cre
stellend | |
---|---|
onverbogen | mediocre |
verbogen | - |
partitief | mediocres |
mediocre
- (pejoratief) van doorsnee kwaliteit, niet slecht, maar zonder opvallende positieve eigenschappen
- Niet gehinderd door de op het departement heersende conventies ging hij met de flair van de buitenstaander enthousiasmerend aan de slag. Marktwerking, deregulering, 24-uurseconomie waren de sleutelbegrippen die hij voortdurend op zijn ambtenaren losliet. „Weet je wat mijn grootste zorg is? Een mediocre koers. Middelmaat. Dat kunnen we ons niet permitteren”, zei hij in 1996, toen hij twee jaar minister was. [2]
- De schade die onkundige ambtenaren en mediocre politici de samenleving berokkenen is vele malen groter dan de kosten van een superieur verdienend en dus beter presterend ambtenarencorps. [3]
- Het woord mediocre staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mediocre" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Kranenburg, M.Groei en milieu, het kan allebei, gelooft hij (14 september 2011) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-01-29
- ↑ Kelder, J.Ik ben net zo'n graaier als jij en da's maar goed ook (22 oktober 2008) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-01-29
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | mediocre | mediocres |
vrouwelijk | mediocre | mediocres |
mediocre