mák
- IPA: /maːk/
- mák
- (plantkunde) klaproos, papaver; een geslacht
- «Mák je surovinou pro výrobu oleje.»
- Papaver is de grondstof voor de productie van olie.
- «Mák je surovinou pro výrobu oleje.»
- (voeding) maanzaad, blauwmaanzaad; zaad uit de slaapbol van een klaproos
- «Před podáváním koláč posypeme mákem a cukrem.»
- Voor het serveren van het gebak bestrooien we het met maanzaad en suiker.
- «Před podáváním koláč posypeme mákem a cukrem.»
- Zie Wikipedia voor meer informatie.