luminescentie
- lu·mi·nes·cen·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitstraling’ voor het eerst aangetroffen in 1926 [1]
- afgeleid van luminescent met het achtervoegsel -ie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luminescentie | - |
verkleinwoord | - | - |
de luminescentie v
- (natuurkunde), (scheikunde), (biologie) het uitzenden van licht door voorwerpen, zonder dat de temperatuur zo hoog gestegen is dat hierdoor de uitstraling zou kunnen worden veroorzaakt
- Sommige chemische reacties gaan met luminescentie gepaard.
1.
- Het woord luminescentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "luminescentie" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "luminescentie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ luminescentie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be