• fos·fo·res·cen·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord fosforescentie fosforescenties
verkleinwoord - -

de fosforescentiev

  1. (natuurkunde), (scheikunde) het vrij langdurig afgeven van licht nadat een systeem vanuit een geëxciteerde toestand in een andere, stabielere, geëxciteerde toestand geconverteerd is
    • Bij fosforescentie is er vaak sprake van, in principe verboden, verval uit een triplettoestand. 
66 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[2]