logistiek
- lo·gis·tiek
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorzieningen van troepen’ voor het eerst aangetroffen in 1855 [1]
- afgeleid van het Franse logistique [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | logistiek | |
verkleinwoord |
de logistiek v
- (verkeer) het organiseren, plannen, besturen en uitvoeren van de goederenstroom
- De logistiek van goederen gebeurt over water, over de weg en door de lucht.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | logistiek | logistieker | logistiekst |
verbogen | logistieke | logistiekere | logistiekste |
partitief | logistieks | logistiekers | - |
logistiek
- betrekking hebbend op de logistiek
- ▸ Dit ingewikkelde, logistieke gebeuren werd resupply genoemd.[4]
- Het woord logistiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "logistiek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "logistiek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ logistiek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be