Nederlands

 
2. Een Italiaanse lire uit 1921.
Uitspraak
Woordafbreking
  • li·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lire lires
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

lire m/v

  1. (financieel) (geschiedenis) naam voor de munteenheden van Italië, Vaticaanstad, San Marino en Malta voordat zij op de euro overgingen
    • Capek kende geen Italiaans en dat heeft hem problemen opgeleverd. Als je wilt betalen, laten ze een bedrag op je los en je weet niet of ze zeggen één lire vijftig of vijftig lire. [2]
  2. (numismatiek) munt met de waarde van 1 lire
    • Om in Rome zekers terug te komen, moet ge maar een lire in de Mozesfontein werpen, dat doet hier elke vreemdeling. [3]

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lire
/liʁ/
lisais
/lizɛ/
lu
/ly/
derde groep volledig

Werkwoord

lire

  1. lezen
Afgeleide begrippen


Italiaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • li·re

Zelfstandig naamwoord

lire v mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lira