lichtvaardig
- licht·vaar·dig
- samenstelling van licht en vaardig
- Samenstellende afleiding van licht en vaart met het achtervoegsel -ig [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lichtvaardig | lichtvaardiger | lichtvaardigst |
verbogen | lichtvaardige | lichtvaardigere | lichtvaardigste |
partitief | lichtvaardigs | lichtvaardigers | - |
lichtvaardig
- onnadenkend, te gemakkelijk
- Hij heeft dat besluit veel te lichtvaardig genomen.
- Het woord lichtvaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lichtvaardig" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ lichtvaardig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be