• li·chaams·be·we·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord lichaamsbeweging lichaamsbewegingen
verkleinwoord - -

de lichaamsbewegingv

  1. bezigheden die bijdragen aan de lichamelijke conditie
    • En het landleven is zó veel rustiger dan het leven in de drukke stad, dat je, om op je buitenverblijf eetlust te krijgen, wel de nodige lichaamsbeweging moet zoeken, zoals paardrijden, vissen en jagen. [1]
  2. verandering in plaats of houding of van een lijf
    • Op dit veld ben je als aanvaller in het voordeel. Eén lichaamsbeweging en je vliegt de verkeerde kant op. [2]

Het meervoud lichaamsbewegingen en de langere omschrijving beweging van het lichaam zijn alleen gangbaar voor [2.]. Het meervoud van [1.] wordt vaak omschreven als vormen van lichaamsbeweging.