• le·vens·vorm
enkelvoud meervoud
naamwoord levensvorm levensvormen
verkleinwoord

de levensvormm

  1. de manier van leven van een levend wezen
    • Om continu als monnik te leven, is een levensvorm die maar weinig mensen aanstaat. 
     Je moest je ook levensvormen kunnen voorstellen die op aardse mensen leken, soms in het stadium van het stenen tijdperk, soms duizenden jaren voor op ons in de technische ontwikkeling.[1]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be