legertros
  • le·ger·tros
enkelvoud meervoud
naamwoord legertros legertrossen
verkleinwoord

de legertrosm

  1. (militair) (verouderd) de stoet van paarden, voertuigen en bijbehorend personeel die achter het leger aan kwam om het leger te bevoorraden
     De Russische legertrossen, artillerie en legercolonnes trokken rond het middaguur door de stad Enns, aan beide zijden van de brug.[2]