leerlinggebonden
- leer·ling·ge·bon·den
- samenstelling van leerling zn en gebonden bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | leerlinggebonden | leerlinggebondener | leerlinggebondenst |
verbogen | leerlinggebondenste | ||
partitief | leerlinggebondens | leerlinggebondeners | - |
leerlinggebonden
- (onderwijs) (economie) van een budget dat door de overheid wordt gegeven aan een school voor de opvang van kinderen met een geestelijke of lichamelijke aandoening
- ▸ In 2013: 100 miljoen, oplopend naar 200 miljoen in 2014 en 300 miljoen vanaf 2015. Reden voor het korten zijn de sterk opgelopen kosten voor het passend onderwijs. Het aantal leerlingen dat tussen 2003 en 2009 een indicatie heeft voor lichte of zware zorg, is met 15 procent toegenomen. Alleen voor de groep met een rugzakje of een indicatie voor zware zorg, is de toename zelfs 65 procent. Onderdeel van de bezuinigingen is onder meer het afschaffen van het rugzakje (leerlinggebonden financiering) en betere samenwerking tussen scholen in de regio.[1]
- ▸ Kinderen met gedragsproblemen kunnen in aanmerking komen voor leerlinggebonden financiering, het 'rugzakje'. Zij hoeven dan niet naar het speciaal onderwijs, maar krijgen een extra bijdrage zodat een reguliere school aanvullende hulp kan bieden. Een kind met de diagnose ADHD krijgt meestal zo'n rugzakje. Daardoor wordt het aantrekkelijk om de diagnose te stellen.[2]
- Het woord leerlinggebonden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “De bezuinigingen” (Maandag 5 maart 2012, 11:57), NOS
- ↑ Weblink bron “Ritalin bij kleuters” (Zaterdag 10 maart 2012), NOS