leeftijdsgroep

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  leeftijdsgroep    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• leef·tijds·groep

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  leeftijd  en  groep  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	leeftijdsgroep	leeftijdsgroepen
verkleinwoord	leeftijdsgroepje	leeftijdsgroepjes

Zelfstandig naamwoord

de leeftijdsgroep v / m

1. een groep met leden die vallen binnen de gestelde leeftijdsgrenzen

   • De leeftijdsgroep van mensen boven de 65 noemen we de bejaarden. 

Synoniemen

1. leeftijdscohort

Vertalingen

    1.   

Duits: Altersgruppe (de) v Engels: age group (en) Frans: groupe d'âge (fr) m

Spaans: grupo de edad (es) m Zweeds: åldersgrupp (sv)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord leeftijdsgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.