Lava
  • la·va
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘door vulkanische uitbarsting uitgeworpen stoffen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1778 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord lava -
verkleinwoord - -

de lavav / m

  1. (geologie) vloeibaar gesteente dat uit een vulkaan tevoorschijn komt
    • Op het eiland Hawaï is lava een veelgezien verschijnsel. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]


  • la·va
  • Ontleend aan het Italiaanse zelfstandige naamwoord lava, dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord labes komt
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   lava     lavaen     lavaer     lavaerne  
genitief   lavas     lavaens     lavaers     lavaernes  

lava, g

  1. (geologie) lava (vloeibaar gesteente)
  2. (geologie) lava (verstard gesteente)
  • [1]: glødende lava
gloeiende lava


vervoeging van
laver

lava

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van laver


  • la·va
  • Ontleend aan het Italiaanse zelfstandige naamwoord lava, dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord labes komt
Naar frequentie 16328

lava

  1. verleden tijd van lave
  2. voltooid deelwoord van lave
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   lava     lavaen     lavaer     lavaene  
genitief   lavas     lavaens     lavaers     lavaenes  

lava, m

  1. (geologie) lava (vloeibaar gesteente)
  2. (geologie) lava (verstard gesteente)
  • [1]: glødende lava
gloeiende lava


  • la·va
  • Ontleend aan het Italiaanse zelfstandige naamwoord lava, dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord labes komt

lava

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast lave, zie aldaar

lava

  1. verleden tijd van lava
  2. voltooid deelwoord van lava

lava

  1. gebiedende wijs van lava

lava

  1. verleden tijd van lave
  2. voltooid deelwoord van lave

lava

  1. gebiedende wijs van lave
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   lava     lavaen     lavaer     lavaene  

lava, m

  1. (geologie) lava (vloeibaar gesteente)
  2. (geologie) lava (verstard gesteente)
  • [1]: glødande lava
gloeiende lava


vervoeging van
lavar

lava

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lavar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lavar