landroofdieren
- (IPA in voorbereiding)
- land·roof·die·ren
- samenstelling van land zn en roofdieren zn
- landroofdier zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landroofdieren | |
verkleinwoord |
de landroofdieren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord landroofdier
- meervoudsvorm als officiële benaming (roofdieren) Fissipedia een informele groep van een aantal roofdierfamilies waarvan de aanwezigheid van poten de kenmerkende eigenschap is. In een aantal taxonomische systemen, die nu in onbruik zijn geraakt, werden de landroofdieren als onderorde of orde van de roofdieren beschouwd. Ze waren hiermee de tegenhangers van de zeeroofdieren (Pinnipedia), waartoe de oorrobben, walrussen en zeeleeuwen werden gerekend
- Het woord 'landroofdieren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.