• land·kli·maat
enkelvoud meervoud
naamwoord landklimaat landklimaten
verkleinwoord

het landklimaato

  1. (meteorologie) klimaat dat niet wordt beïnvloed door een zee of oceaan, onder meer gekenmerkt door grote temperatuurverschillen tussen zomer en winter
    • Polen bevindt zich in het overgangsgebied van het zeeklimaat in West-Europa en het landklimaat in Oost-Europa.[1] 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]