lamsfilet

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lamsfilet    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈlɑmsfiˌle / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• lams·fi·let

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  lam zn "jong schaap"  en  filet zn "stuk vlees zonder bot"  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lamsfilet	lamsfilets
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

lamsfilet m / o

1. (voeding) vlees zonder bot, afkomstig van een jong schaap

   ▸ Wie zelf het hele lam koopt, kan bij het slachthuis of de slager zijn voorkeuren kenbaar maken. Dat is een ander aantrekkelijk aspect van de aanschaf van een heel dier. Twee flinke lamsbouten of een hele stapel lamsfilet – u zegt het maar.

2. (voeding) (pregnant) mals vlees afkomstig van de rugspieren van een jong schaap

   ▸ Filet is het zachtste en duurste stukje lamsvlees. De smalle langwerpige stukken vlees worden uit de lamsrug gesneden. De stukken lamsfilet zijn donkerrood tot bruin gekleurd. Meestal zijn ze van alle vet ontdaan.

Synoniemen

• lamshaas

Opmerkingen

• De meer specifieke tweede betekenis, waarbij het om een bepaald deel van het lam gaat is vooral gangbaar in Vlaanderen.

Gangbaarheid

• Het woord lamsfilet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.