lamshaas
- lams·haas
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lamshaas | lamshazen |
verkleinwoord | lamshaasje | lamshaasjes |
de lamshaas m
- (voeding) mals vlees afkomstig van de rugspieren in de lende van een jong schaap
- Het woord lamshaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Kim Maclean“Salade met gerookte lamshaas” (3 februari 2005) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Kim Maclean“Warme lamsvleessalade” (11 juli 1994) op nrc.nl