kwantiteit
- Geluid: kwantiteit (hulp, bestand)
- kwan·ti·teit
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoeveelheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1370 [1]
- afgeleid van het Franse quantité (met het achtervoegsel -iteit) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwantiteit | kwantiteiten |
verkleinwoord |
- hoeveelheid, grootte
- ▸ Gebruikers van deze app lieten opmerkingen achter om kwaliteit en kwantiteit van het water aan te geven, voorzien van een datum, waaruit op te maken was of een bron wel of niet was opgedroogd.[4]
1.
- Het woord kwantiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwantiteit" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kwantiteit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kwantiteit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be