kroonkurk
- kroon·kurk
- samenstelling van kroon en kurk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kroonkurk | kroonkurken |
verkleinwoord | kroonkurkje | kroonkurkjes |
- een metalen dopje voor het afsluiten van flessen
- In het zelfbedieningsrestaurant stond een bakje voor de kroonkurken.
1. een metalen dopje voor het afsluiten van flessen
- Het woord kroonkurk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kroonkurk" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be