• kre·ge·lig
  • afleiding met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kregelig kregeliger kregeligst
verbogen kregelige kregeligere kregeligste
partitief kregeligs kregeligers -

kregelig

  1. wat boos en prikkelbaar
73 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC Wim Köhler 22 juli 2016
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be