koprol
- kop·rol
- samenstelling van kop en rol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koprol | koprollen |
verkleinwoord | koprolletje | koprolletjes |
- een gymnastische beweging waarbij men vanuit een gehurkte positie een rol maakt over zijn of haar handen, achterhoofd, nek en rug om dan weer in een gehurkte positie te eindigen
- De koprol is een betrekkelijk eenvoudige oefening die veelal door kinderen van basisschoolleeftijd wordt gedaan.
vervoeging van |
---|
koprollen |
koprol
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koprollen
- Ik koprol.
- gebiedende wijs van koprollen
- Koprol!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koprollen
- Koprol je?
- Het woord koprol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koprol" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be