Cocos nucifera
  • ko·pra
  • Leenwoord uit het Portugees, in de betekenis van ‘gedroogd vruchtvlees van de kokosnoot’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kopra -
verkleinwoord - -

de koprav / m [3]

  1. (plantkunde) (voeding) Cocos nucifera   gedroogd vruchtvlees van de kokosnoot dat een grondstof is voor margarine
25 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[4]


kopra

  1. dille