koppotige
Niet te verwarren met: koppoter |
- kop·po·ti·ge
- zn: terugvorming uit koppotigen zn , op te vatten als afgeleid van koppotig bn met het achtervoegsel -e [1]
- bn: koppotig bn met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koppotige | koppotigen |
verkleinwoord | - | - |
de koppotige m
- (dierkunde) benaming voor dieren uit de klasse Cephalopoda , waartoe de inktvissen behoren
- De reuzenpijlinktvis is een koppotige.
- ▸ Het is een dwarsdoorsnede van de externe schelp – formaat onderarm – van de inktvisachtige Orthoceras. De schelp waarin deze koppotige (naar zijn tien tentakels op de kop) zich kon terugtrekken vormt een kaarsrechte pijlpunt, aan weerskanten afgezet met biezen van kamertjes.[2]
- zie de categorie: Koppotigen in het Nederlands
benaming voor dieren uit de klasse Cephalopoda
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
koppotige
- verbogen vorm van de stellende trap van koppotig
- ▸ Ze herinnert zich dat ze er een poosje naar stond te kijken, gefascineerd door de soepele bewegingen van de koppotige weekdieren en door de verontrustend starende blik in hun ooglidloze ogen waarmee ze haar opnamen, voordat ze met hun kop vooruit door het water schoten, met hun vier paar armen erachteraan bungelend.[3]
- Het woord koppotige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Michiel van Nieuwstadt“Geologie van de gevel” (19 augustus 2006) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Rebecca Griffiths (vert. Marion Drolsbach)“Het verkeerde pad” (2016), Ambo/Anthos B.V., Amsterdam, ISBN 9789026334054, hfst. 36